Nederlands StatenVertalings 1715 Bijbel

Lukas 3

Lukas

Index

Hoofdstuk 4

1


 

  En Jezus, vol des Heiligen Geestes, keerde wederom van de Jordaan, en werd door den Geest geleid in de woestijn;  

 

 

--

2


 

  En werd veertig dagen verzocht van den duivel; en at gans niet in die dagen, en als dezelve geeindigd waren, zo hongerde Hem ten laatste.  

 

 

--

3


 

  En de duivel zeide tot Hem: Indien Gij Gods Zoon zijt, zeg tot dezen steen, dat hij brood worde.  

 

 

--

4


 

  En Jezus antwoordde hem, zeggende: Er is geschreven, dat de mens bij brood alleen niet zal leven, maar bij alle woord Gods.  

 

 

--

5


 

  En als Hem de duivel geleid had op een hogen berg, toonde hij Hem al de koninkrijken der wereld, in een ogenblik tijds.  

 

 

--

6


 

  En de duivel zeide tot Hem: Ik zal U al deze macht, en de heerlijkheid derzelver koninkrijken geven; want zij is mij overgegeven, en ik geef ze, wien ik ook wil;  

 

 

--

7


 

  Indien Gij dan mij zult aanbidden, zo zal het alles Uw zijn.  

 

 

--

8


 

  En Jezus, antwoordende, zeide tot hem: Ga weg van Mij, satan, want er is geschreven: Gij zult den Heere, uw God, aanbidden, en Hem alleen dienen.  

 

 

--

9


 

  En hij leidde Hem naar Jeruzalem, en stelde Hem op de tinne des tempels, en zeide tot Hem: Indien Gij de Zoon Gods zijt, werp Uzelven van hier nederwaarts;  

 

 

--

10


 

  Want er is geschreven, dat Hij Zijn engelen van U bevelen zal, dat zij U bewaren zullen;  

 

 

--

11


 

  En dat zij U op de handen nemen zullen, opdat Gij Uw voet niet te eniger tijd aan een steen stoot.  

 

 

--

12


 

  En Jezus, antwoordende, zeide tot hem: Er is gezegd: Gij zult den Heere, uw God, niet verzoeken.  

 

 

--

13


 

  En als de duivel alle verzoeking voleindigd had, week hij van Hem voor een tijd.  

 

 

--

14


 

  En Jezus keerde wederom, door de kracht des Geestes, naar Galilea; en het gerucht van Hem ging uit door het gehele omliggende land.  

 

 

--

15


 

  En Hij leerde in hun synagogen, en werd van allen geprezen.  

 

 

--

16


 

  En Hij kwam te Nazareth, daar Hij opgevoed was, en ging, naar Zijn gewoonte, op den dag des sabbats in de synagoge; en stond op om te lezen.  

 

 

--

17


 

  En Hem werd gegeven het boek van den profeet Jesaja; en als Hij het boek opengedaan had, vond Hij de plaats, daar geschreven was;  

 

 

--

18


 

  De Geest des Heeren is op Mij, daarom heeft Hij Mij gezalfd; Hij heeft Mij gezonden, om den armen het Evangelie te verkondigen, om te genezen, diegebroken zijn van hart;  

 

 

--

19


 

  Om den gevangenen te prediken loslating, en den blinden het gezicht, om de verslagenen heen te zenden in vrijheid; om te prediken het aangename jaar desHeeren.  

 

 

--

20


 

  En als Hij het boek toegedaan en den dienaar wedergegeven had, zat Hij neder; en de ogen van allen in de synagoge waren op Hem geslagen.  

 

 

--

21


 

  En Hij begon tot hen te zeggen: Heden is deze Schrift in uw oren vervuld.  

 

 

--

22


 

  En zij gaven Hem allen getuigenis, en verwonderden zich over de aangename woorden, die uit Zijn mond voortkwamen; en zeiden: Is deze niet de Zoon vanJozef?  

 

 

--

23


 

  En Hij zeide tot hen: Gij zult zonder twijfel tot Mij dit spreekwoord zeggen: Medicijnmeester, genees Uzelven; al wat wij gehoord hebben, dat in Kapernaumgeschied is, doe dat ook hier in Uw vaderland.  

 

 

--

24


 

  En Hij zeide: Voorwaar Ik zeg u, dat geen profeet aangenaam is in zijn vaderland.  

 

 

--

25


 

  Maar Ik zeg u in der waarheid: Er waren vele weduwen in Israel in de dagen van Elias, toen de hemel drie jaren en zes maanden gesloten was, zodat er grotehongersnood werd over het gehele land.  

 

 

--

26


 

  En tot geen van haar werd Elias gezonden, dan naar Sarepta Sidonis, tot een vrouw, die weduwe was.  

 

 

--

27


 

  En er waren vele melaatsen in Israel, ten tijde van den profeet Elisa; en geen van hen werd gereinigd, dan Naaman, de Syrier.  

 

 

--

28


 

  En zij werden allen in de synagoge met toorn vervuld, als zij dit hoorden.  

 

 

--

29


 

  En opstaande, wierpen zij Hem uit, buiten de stad, en leidden Hem op den top des bergs, op denwelken hun stad gebouwd was, om Hem van de steilte af tewerpen.  

 

 

--

30


 

  Maar Hij, door het midden van hen doorgegaan zijnde, ging weg.  

 

 

--

31


 

  En Hij kwam af te Kapernaum, een stad van Galilea, en leerde hen op de sabbatdagen.  

 

 

--

32


 

  En zij versloegen zich over Zijn leer, want Zijn woord was met macht.  

 

 

--

33


 

  En in de synagoge was een mens, hebbende een geest eens onreinen duivels; en hij riep uit met grote stemme,  

 

 

--

34


 

  Zeggende: Laat af, wat hebben wij met U te doen, Gij Jezus Nazarener? Zijt Gij gekomen, om ons te verderven? Ik ken U, wie Gij zijt, namelijk de HeiligeGods.  

 

 

--

35


 

  En Jezus bestrafte hem, zeggende: Zwijg stil, en ga van hem uit. En de duivel, hem in het midden geworpen hebbende, voer van hem uit, zonder hem iets tebeschadigen.  

 

 

--

36


 

  En er kwam een verbaasdheid over allen; en zij spraken samen tot elkander, zeggende: Wat woord is dit, dat Hij met macht en kracht den onreinen geestengebiedt, en zij varen uit?  

 

 

--

37


 

  En het gerucht van Hem ging uit in alle plaatsen des omliggenden lands.  

 

 

--

38


 

  En Jezus, opgestaan zijnde uit de synagoge, ging in het huis van Simon; en Simons vrouws moeder was met een grote koorts bevangen, en zij baden Hem voorhaar.  

 

 

--

39


 

  En staande boven haar, bestrafte Hij de koorts, en de koorts verliet haar; en zij van stonde aan opstaande, diende henlieden.  

 

 

--

40


 

  En als de zon onderging, brachten allen, die kranken hadden, met verscheidenen ziekten bevangen, die tot Hem, en Hij legde een iegelijk van hen de handenop, en genas dezelve.  

 

 

--

41


 

  En er voeren ook duivelen uit van velen, roepende en zeggende: Gij zijt de Christus, de Zone Gods! En hen bestraffende, liet Hij die niet spreken, omdat zijwisten, dat Hij de Christus was.  

 

 

--

42


 

  En als het dag werd, ging Hij uit, en trok naar een woeste plaats; en de scharen zochten Hem, en kwamen tot bij Hem, en hielden Hem op, dat Hij van hen nietzou weggaan.  

 

 

--

43


 

  Maar Hij zeide tot hen: Ik moet ook anderen steden het Evangelie van het Koninkrijk Gods verkondigen; want daartoe ben Ik uitgezonden.  

 

 

--

44


 

  En Hij predikte in de synagogen van Galilea. Lukas 5  

 

 

--

Lukas 5

 

 

 

 

HTMLBible Software - Public Domain Software by johnhurt.com

 


Other Items are Available At These Sites: