Nederlands StatenVertalings 1715 Bijbel

Spreuken 3

Spreuken

Index

Hoofdstuk 4

1


 

  Hoort, gij kinderen! de tucht des vaders, en merkt op, om verstand te weten.  

 

 

--

2


 

  Dewijl ik ulieden goede leer geve, verlaat mijn wet niet.  

 

 

--

3


 

  Want ik was mijns vaders zoon, teder, en een enige voor het aangezicht mijner moeder.  

 

 

--

4


 

  Hij nu leerde mij, en zeide tot mij: Uw hart houde mijn woorden vast, onderhoud mijn geboden, en leef.  

 

 

--

5


 

  Verkrijg wijsheid, verkrijg verstand; vergeet niet, en wijk niet van de redenen mijns monds.  

 

 

--

6


 

  Verlaat ze niet, en zij zal u behoeden; heb ze lief, en zij zal u bewaren.  

 

 

--

7


 

  De wijsheid is het voornaamste; verkrijg dan wijsheid, en verkrijg verstand met al uw bezitting.  

 

 

--

8


 

  Verhef ze, en zij zal u verhogen; zij zal u vereren, als gij haar omhelzen zult.  

 

 

--

9


 

  Zij zal uw hoofd een aangenaam toevoegsel geven, een sierlijke kroon zal zij u leveren.  

 

 

--

10


 

  Hoor, mijn zoon! en neem mijn redenen aan, en de jaren des levens zullen u vermenigvuldigd worden.  

 

 

--

11


 

  Ik onderwijs u in den weg der wijsheid; ik doe u treden in de rechte sporen.  

 

 

--

12


 

  In uw gaan zal uw tred niet benauwd worden, en indien gij loopt, zult gij niet struikelen.  

 

 

--

13


 

  Grijp de tucht aan, laat niet af; bewaar ze, want zij is uw leven.  

 

 

--

14


 

  Kom niet op het pad der goddelozen, en treed niet op den weg der bozen.  

 

 

--

15


 

  Verwerp dien, ga er niet door; wijk er van, en ga voorbij.  

 

 

--

16


 

  Want zij slapen niet, zo zij geen kwaad gedaan hebben; en hun slaap wordt weggenomen, zo zij niet iemand hebben doen struikelen.  

 

 

--

17


 

  Want zij eten brood der goddeloosheid, en drinken wijn van enkel geweld.  

 

 

--

18


 

  Maar het pad der rechtvaardigen is gelijk een schijnend licht, voortgaande en lichtende tot den vollen dag toe.  

 

 

--

19


 

  De weg der goddelozen is als donkerheid, zij weten niet, waarover zij struikelen zullen.  

 

 

--

20


 

  Mijn zoon! merk op mijn woorden, neig uw oor tot mijn redenen.  

 

 

--

21


 

  Laat ze niet wijken van uw ogen, behoud ze in het midden uws harten.  

 

 

--

22


 

  Want zij zijn het leven dengenen, die ze vinden, en een medicijn voor hun gehele vlees.  

 

 

--

23


 

  Behoed uw hart boven al wat te bewaren is, want daaruit zijn de uitgangen des levens.  

 

 

--

24


 

  Doe de verkeerdheid des monds van u weg, en doe de verdraaidheid der lippen verre van u.  

 

 

--

25


 

  Laat uw ogen rechtuit zien, en uw oogleden zich recht voor u heen houden.  

 

 

--

26


 

  Weeg den gang uws voets, en laat al uw wegen wel gevestigd zijn.  

 

 

--

27


 

  Wijk niet ter rechter hand of ter linkerhand, wend uw voet af van het kwade.   

 

 

--

Spreuken 5

 

 

 

 

HTMLBible Software - Public Domain Software by johnhurt.com

 


Other Items are Available At These Sites: