Nederlands StatenVertalings 1715 Bijbel

Spreuken 2

Spreuken

Index

Hoofdstuk 3

1


 

  Mijn zoon! vergeet mijn wet niet, maar uw hart beware mijn geboden.  

 

 

--

2


 

  Want langheid van dagen, en jaren van leven, en vrede zullen zij u vermeerderen.  

 

 

--

3


 

  Dat de goedertierenheid en de trouw u niet verlaten; bind ze aan uw hals, schrijf zij op de tafel uws harten.  

 

 

--

4


 

  En vind gunst en goed verstand, in de ogen Gods en der mensen.  

 

 

--

5


 

  Vertrouw op den HEERE met uw ganse hart, en steun op uw verstand niet.  

 

 

--

6


 

  Ken Hem in al uw wegen, en Hij zal uw paden recht maken.  

 

 

--

7


 

  Zijt niet wijs in uw ogen; vrees den HEERE, en wijk van het kwade.  

 

 

--

8


 

  Het zal een medicijn voor uw navel zijn, en een bevochtiging voor uw beenderen.  

 

 

--

9


 

  Vereer den HEERE van uw goed, en van de eerstelingen al uwer inkomsten;  

 

 

--

10


 

  Zo zullen uw schuren met overvloed vervuld worden, en uw perskuipen van most overlopen.  

 

 

--

11


 

  Mijn zoon! verwerp de tucht des HEEREN niet, en wees niet verdrietig over Zijn kastijding;  

 

 

--

12


 

  Want de HEERE kastijdt dengene, dien Hij liefheeft, ja, gelijk een vader den zoon, in denwelken hij een welbehagen heeft.  

 

 

--

13


 

  Welgelukzalig is de mens, die wijsheid vindt, en de mens, die verstandigheid voortbrengt!  

 

 

--

14


 

  Want haar koophandel is beter dan de koophandel van zilver, en haar inkomst dan het uitgegraven goud.  

 

 

--

15


 

  Zij is kostelijker dan robijnen en al; wat u lusten mag, is met haar niet te vergelijken.  

 

 

--

16


 

  Langheid der dagen is in haar rechterhand, in haar linkerhand rijkdom en eer.  

 

 

--

17


 

  Haar wegen zijn wegen der liefelijkheid, en al haar paden vrede.  

 

 

--

18


 

  Zij is een boom des levens dengenen, die ze aangrijpen, en elkeen, die ze vasthoudt, wordt gelukzalig.  

 

 

--

19


 

  De HEERE heeft de aarde door wijsheid gegrond, de hemelen door verstandigheid bereid.  

 

 

--

20


 

  Door Zijn wetenschap zijn de afgronden gekloofd, en de wolken druipen dauw.  

 

 

--

21


 

  Mijn zoon! laat ze niet afwijken van uw ogen; bewaar de bestendige wijsheid en bedachtzaamheid.  

 

 

--

22


 

  Want zij zullen het leven voor uw ziel zijn, en een aangenaamheid voor uw hals.  

 

 

--

23


 

  Dan zult gij uw weg zeker wandelen, en gij zult uw voet niet stoten.  

 

 

--

24


 

  Zo gij nederligt, zult gij niet schrikken; maar gij zult nederliggen en uw slaap zal zoet wezen.  

 

 

--

25


 

  Vrees niet voor haastigen schrik, noch voor de verwoesting der goddelozen, als zij komt.  

 

 

--

26


 

  Want de HEERE zal met uw hoop wezen, en Hij zal uw voet bewaren van gevangen te worden.  

 

 

--

27


 

  Onthoud het goed van zijn meesters niet, als het in het vermogen uwer hand is te doen.  

 

 

--

28


 

  Zeg niet tot uw naaste: Ga heen, en kom weder, en morgen zal ik geven, dewijl het bij u is.  

 

 

--

29


 

  Smeed geen kwaad tegen uw naaste, aangezien hij met vertrouwen bij u woont.  

 

 

--

30


 

  Twist met een mens niet zonder oorzaak, zo hij u geen kwaad gedaan heeft.  

 

 

--

31


 

  Zijt niet nijdig over een man des gewelds, en verkies geen van zijn wegen.  

 

 

--

32


 

  Want de afwijker is den HEERE een gruwel; maar Zijn verborgenheid is met den oprechte.  

 

 

--

33


 

  De vloek des HEEREN is in het huis des goddelozen; maar de woning der rechtvaardigen zal Hij zegenen.  

 

 

--

34


 

  Zekerlijk, de spotters zal Hij bespotten, maar den zachtmoedigen zal Hij genade geven.  

 

 

--

35


 

  De wijzen zullen eer beerven; maar elkeen der zotten neemt schande op zich.   

 

 

--

Spreuken 4

 

 

 

 

HTMLBible Software - Public Domain Software by johnhurt.com

 


Other Items are Available At These Sites: