Nederlands StatenVertalings 1715 Bijbel

Psalmen 75

Psalmen

Index

Hoofdstuk 76

1


 

  Een psalm, een lied van Asaf, voor den opperzangmeester, op de Neginoth. God is bekend in Juda; Zijn Naam is groot in Israel.  

 

 

--

2


 

  En in Salem is Zijn hut, en Zijn woning in Sion.  

 

 

--

3


 

  Aldaar heeft Hij verbroken de vurige pijlen van den boog, het schild, en het zwaard, en den krijg. Sela.  

 

 

--

4


 

  Gij zijt doorluchtiger en heerlijker dan de roofbergen.  

 

 

--

5


 

  De stouthartigen zijn beroofd geworden; zij hebben hun slaap gesluimerd; en geen van de dappere mannen hebben hun handen gevonden.  

 

 

--

6


 

  Van Uw schelden, o God van Jakob! is samen wagen en paard in slaap gezonken.  

 

 

--

7


 

  Gij, vreselijk zijt Gij; en wie zal voor Uw aangezicht bestaan, van den tijd Uws toorns af?  

 

 

--

8


 

  Gij deedt een oordeel horen uit den hemel; de aarde vreesde en werd stil,  

 

 

--

9


 

  Als God opstond ten oordeel, om alle zachtmoedigen der aarde te verlossen. Sela.  

 

 

--

10


 

  Want de grimmigheid des mensen zal U loffelijk maken; het overblijfsel der grimmigheden zult Gij opbinden.  

 

 

--

11


 

  Doet geloften en betaalt ze den HEERE, uw God, gij allen, die rondom Hem zijt! Laat hen Dien, Die te vrezen is, geschenken brengen;  

 

 

--

12


 

  Die den geest der vorsten als druiven afsnijdt; Die den koningen der aarde vreselijk is.   

 

 

--

Psalmen 77

 

 

 

 

HTMLBible Software - Public Domain Software by johnhurt.com

 


Other Items are Available At These Sites: