Nederlands StatenVertalings 1715 Bijbel

Psalmen 70

Psalmen

Index

Hoofdstuk 71

1


 

  Op U, o HEERE! betrouw ik; laat mij niet beschaamd worden in eeuwigheid.  

 

 

--

2


 

  Red mij door Uw gerechtigheid, en bevrijd mij; neig Uw oor tot mij, en verlos mij.  

 

 

--

3


 

  Wees mij tot een Rotssteen, om daarin te wonen, om geduriglijk daarin te gaan; Gij hebt bevel gegeven, om mij te verlossen, want Gij zijt mijn Steenrots en mijnBurg.  

 

 

--

4


 

  Mijn God, bevrijd mij van de hand des goddelozen, van de hand desgenen, die verkeerdelijk handelt, en des opgeblazenen.  

 

 

--

5


 

  Want Gij zijt mijn Verwachting, Heere, HEERE! mijn Vertrouwen van mijn jeugd aan.  

 

 

--

6


 

  Op U heb ik gesteund van den buik aan; van mijner moeders ingewand aan zijt Gij mijn Uithelper; mijn lof is geduriglijk van U.  

 

 

--

7


 

  Ik ben velen als een wonder geweest; doch Gij zijt mijn sterke Toevlucht.  

 

 

--

8


 

  Laat mijn mond vervuld worden met Uw lof, den gansen dag met Uw heerlijkheid.  

 

 

--

9


 

  Verwerp mij niet in den tijd des ouderdoms; verlaat mij niet, terwijl mijn kracht vergaat.  

 

 

--

10


 

  Want mijn vijanden spreken van mij, en die op mijn ziel loeren, beraadslagen te zamen,  

 

 

--

11


 

  Zeggende: God heeft hem verlaten; jaagt na, en grijpt hem, want er is geen verlosser.  

 

 

--

12


 

  O God, wees niet verre van mij; mijn God! haast U tot mijn hulp.  

 

 

--

13


 

  Laat hen beschaamd worden, laat hen verteerd worden, die mijn ziel tegen zijn; laat hen met smaad en schande overdekt worden, die mijn kwaad zoeken.  

 

 

--

14


 

  Doch ik zal geduriglijk hopen, en zal al Uw lof nog groter maken.  

 

 

--

15


 

  Mijn mond zal Uw gerechtigheid vertellen, den gansen dag Uw heil; hoewel ik de getallen niet weet.  

 

 

--

16


 

  Ik zal heengaan in de mogendheden des Heeren HEEREN; ik zal Uw gerechtigheid vermelden, de Uwe alleen.  

 

 

--

17


 

  O God! Gij hebt mij geleerd van mijn jeugd aan, en tot nog toe verkondig ik Uw wonderen.  

 

 

--

18


 

  Daarom ook, terwijl de ouderdom en grijsheid daar is, verlaat mij niet, o God, totdat ik dezen geslachte verkondige Uw arm, allen nakomelingen Uw macht.  

 

 

--

19


 

  Ook is Uw gerechtigheid, o God, tot in de hoogte; Gij, Die grote dingen gedaan hebt; o God! wie is U gelijk?  

 

 

--

20


 

  Gij, Die mij veel benauwdheden en kwaden hebt doen zien, zult mij weder levend maken, en zult mij weder ophalen uit de afgronden der aarde.  

 

 

--

21


 

  Gij zult mijn grootheid vermeerderen, en mij rondom vertroosten.  

 

 

--

22


 

  Ook zal ik U loven met het instrument der luit, Uw trouw, mijn God; ik zal U psalmzingen met de harp, o Heilige Israels!  

 

 

--

23


 

  Mijn lippen zullen juichen, wanneer ik U zal psalmzingen, en mijn ziel, die Gij verlost hebt.  

 

 

--

24


 

  Ook zal mijn tong Uw gerechtigheid den gansen dag uitspreken, want zij zijn beschaamd, want zij zijn schaamrood geworden, die mijn kwaad zoeken. Psalmen 72  

 

 

--

Psalmen 72

 

 

 

 

HTMLBible Software - Public Domain Software by johnhurt.com

 


Other Items are Available At These Sites: