Nederlands StatenVertalings 1715 Bijbel

Psalmen 45

Psalmen

Index

Hoofdstuk 46

1


 

  Een lied op Alamoth, voor den opperzangmeester, onder de kinderen van Korach. God is ons een Toevlucht en Sterkte; Hij is krachtelijk bevonden een Hulp in benauwdheden.  

 

 

--

2


 

  Daarom zullen wij niet vrezen, al veranderde de aarde haar plaats, en al werden de bergen verzet in het hart der zeeen;  

 

 

--

3


 

  Laat haar wateren bruisen, laat ze beroerd worden; laat de bergen daveren, door derzelver verheffing! Sela.  

 

 

--

4


 

  De beekjes der rivier zullen verblijden de stad Gods, het heiligdom der woningen des Allerhoogsten.  

 

 

--

5


 

  God is in het midden van haar, zij zal niet wankelen; God zal haar helpen in het aanbreken van den morgenstond.  

 

 

--

6


 

  De heidenen raasden, de koninkrijken bewogen zich; Hij verhief Zijn stem, de aarde versmolt.  

 

 

--

7


 

  De HEERE der heirscharen is met ons; de God van Jakob is ons een Hoog Vertrek. Sela.  

 

 

--

8


 

  Komt, aanschouwt de daden des HEEREN, Die verwoestingen op aarde aanricht.  

 

 

--

9


 

  Die de oorlogen doet ophouden tot aan het einde der aarde, de boog verbreekt, en de spies aan twee slaat, de wagenen met vuur verbrandt.  

 

 

--

10


 

  Laat af, en weet, dat Ik God ben; Ik zal verhoogd worden onder de heidenen, Ik zal verhoogd worden op de aarde.  

 

 

--

11


 

  De HEERE der heirscharen is met ons; de God van Jakob is ons een Hoog Vertrek. Sela.   

 

 

--

Psalmen 47

 

 

 

 

HTMLBible Software - Public Domain Software by johnhurt.com

 


Other Items are Available At These Sites: