Nederlands StatenVertalings 1715 Bijbel

Psalmen 24

Psalmen

Index

Hoofdstuk 25

1


 

  Een psalm van David. Aleph. Tot U, o HEERE! hef ik mijn ziel op.  

 

 

--

2


 

  Beth. Mijn God! op U vertrouw ik; laat mij niet beschaamd worden; laat mijn vijanden niet van vreugde opspringen over mij.  

 

 

--

3


 

  Gimel. Ja, allen, die U verwachten, zullen niet beschaamd worden; zij zullen beschaamd worden, die trouwelooslijk handelen zonder oorzaak.  

 

 

--

4


 

  Daleth. HEERE! maak mij Uw wegen bekend, leer mij Uw paden.  

 

 

--

5


 

  He. Vau. Leid mij in Uw waarheid, en leer mij, want Gij zijt de God mijns heils; U verwacht ik den ganse dag.  

 

 

--

6


 

  Zain. Gedenk, HEERE! Uwer barmhartigheden en Uwer goedertierenheden, want die zijn van eeuwigheid.  

 

 

--

7


 

  Cheth. Gedenk niet der zonden mijner jonkheid, noch mijner overtredingen; gedenk mijner naar Uw goedertierenheid, om Uwer goedheid wil, o HEERE!  

 

 

--

8


 

  Teth. De HEERE is goed en recht; daarom zal Hij de zondaars onderwijzen in den weg.  

 

 

--

9


 

  Jod. Hij zal de zachtmoedigen leiden in het recht, en Hij zal den zachtmoedigen Zijn weg leren.  

 

 

--

10


 

  Caph. Alle paden des HEEREN zijn goedertierenheid en waarheid, dengenen, die Zijn verbond en Zijn getuigenissen bewaren.  

 

 

--

11


 

  Lamed. Om Uws Naams wil, HEERE! zo vergeef mijn ongerechtigheid, want die is groot.  

 

 

--

12


 

  Mem. Wie is de man, die den HEERE vreest? Hij zal hem onderwijzen in den weg, dien hij zal hebben te verkiezen.  

 

 

--

13


 

  Nun. Zijn ziel zal vernachten in het goede, en zijn zaad zal de aarde beerven.  

 

 

--

14


 

  Samech. De verborgenheid des HEEREN is voor degenen, die Hem vrezen; en Zijn verbond, om hun die bekend te maken.  

 

 

--

15


 

  Ain. Mijn ogen zijn geduriglijk op den HEERE, want Hij zal mijn voeten uit het net uitvoeren.  

 

 

--

16


 

  Pe. Wend U tot mij, en wees mij genadig, want ik ben eenzaam en ellendig.  

 

 

--

17


 

  Tsade. De benauwdheden mijns harten hebben zich wijd uitgestrekt; voer mij uit mijn noden.  

 

 

--

18


 

  Resch. Aanzie mijn ellende, en mijn moeite, en neem weg al mijn zonden.  

 

 

--

19


 

  Resch. Aanzie mijn vijanden, want zij vermenigvuldigen, en zij haten mij met een wreveligen haat.  

 

 

--

20


 

  Schin. Bewaar mijn ziel, en red mij; laat mij niet beschaamd worden, want ik betrouw op U.  

 

 

--

21


 

  Thau. Laat oprechtigheid en vroomheid mij behoeden, want ik verwacht U.  

 

 

--

22


 

  O God! verlos Israel uit al zijn benauwdheden.   

 

 

--

Psalmen 26

 

 

 

 

HTMLBible Software - Public Domain Software by johnhurt.com

 


Other Items are Available At These Sites: