Nederlands StatenVertalings 1715 Bijbel

Jozua 15

Jozua

Index

Hoofdstuk 16

1


 

  Daarna kwam het lot der kinderen van Jozef uit: van de Jordaan bij Jericho, aan het water van Jericho, oostwaarts, de woestijn opgaande van Jericho, door hetgebergte Beth-El;  

 

 

--

2


 

  En het komt van Beth-El uit naar Luz; en het gaat door tot de landpale des Archiets, tot Ataroth toe;  

 

 

--

3


 

  En het gaat af tegen het westen naar de landpale Jafleti, tot aan de landpale van het benedenste Beth-horon, en tot Gezer; en haar uitgangen zijn aan de zee.  

 

 

--

4


 

  Alzo hebben hun erfdeel bekomen de kinderen van Jozef, Manasse en Efraim.  

 

 

--

5


 

  De landpale nu der kinderen van Efraim, naar hun huisgezinnen, is deze: te weten, de landpale huns erfdeels was oostwaarts Atroth-Addar tot aan het bovensteBeth-Horon.  

 

 

--

6


 

  En deze landpale gaat uit tegen het westen bij Michmetath, van het noorden, en deze landpale keert zich om tegen het oosten naar Thaanath-Silo, en gaat doordezelve van het oosten naar Janoah;  

 

 

--

7


 

  En komt af van Janoah naar Ataroth en Naharoth, en stoot aan Jericho, en gaat uit aan de Jordaan.  

 

 

--

8


 

  Van Tappuah gaat deze landpale westwaarts naar de beek Kana, en haar uitgangen zijn aan de zee. Dit is het erfdeel van den stam der kinderen van Efraim, naarhun huisgezinnen.  

 

 

--

9


 

  En de steden, die afgezonderd waren voor de kinderen van Efraim, waren in het midden van het erfdeel der kinderen van Manasse, al die steden en haar dorpen.  

 

 

--

10


 

  En zij verdreven de Kanaanieten niet, die te Gezer woonden; alzo woonden die Kanaanieten in het midden der Efraimieten tot op dezen dag; maar zij waren onderschatting dienende.   

 

 

--

Jozua 17

 

 

 

 

HTMLBible Software - Public Domain Software by johnhurt.com

 


Other Items are Available At These Sites: